Als wijkverpleegkundige had Karin veel ziekte- en stervensprocessen meegemaakt. Ze had ervaren dat er naast medische en farmaceutische zorg er nog een andere belangrijke zorg bestond die ze zelf ZACHTE ZORG noemde. Zachte zorg maakt dat je zelf van binnen rustiger wordt en in moeilijke situaties regie kunt houden. Ze had gezien, dat je als mantelzorger maar ook zelf als patiënt veel invloed kunt uitoefenen op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Wat konden wij zelf en samen doen om verdriet, angst of pijn te verlichten?


Zij wist: een harmonieuze relatie tussen het lichaam, de emoties en de gedachten van een individu versterkt de eigen gezondheid en het evenwicht. Karin had van dichtbij mogen ervaren, hoe mensen in tijden van ziekte soms muren om zich heen bouwden en hoe anderen juist bruggen bouwden. Ik zag dat ze heel bewust zocht naar een pad dat voor ons allebei begaanbaar was, en het leven in deze omstandigheden draagbaar hield. Niet door van alles weg te vluchten, maar door mij en zichzelf juist te leren om ook de nare kanten te omarmen en samen te dragen.


Door onszelf te uiten, door onze gevoelens, angsten en vragen met elkaar te delen kwam er rust en begrip voor elkaar. Deze zachte zorg maakte dat er ruimte kwam om ons te verdiepen in de ziekte waarmee we worstelden. We hielden het verloop goed bij en zochten naar kennis zowel door veel vragen te stellen aan onze behandelaars als door het verzamelen van eigen informatie. Gedurende het gehele proces gingen we steeds meer leren, dat het goed voor ons voelde als we vanuit kennis de verantwoordelijkheid naar ons konden toetrekken om besluiten in het ziekteproces zelf te durven nemen. Het maakte dat we ons minder afhankelijk voelden van de macht van het medische circuit. Dat Karin met de chirurg durfde te onderhandelen over wel of geen stoma, we in eigen regie thuis als op vakantie de zorg die nodig was aan elkaar konden geven zonder hulp van derden. We bleven zelfstandig. Natuurlijk hielp daarbij dat de patiënt zelf verpleegkundige was.